Oefening jou/jouw, u/uw, me/mij/mijn
Kies de juiste vorm:
- Kijk daar ligt me/mij/mijn boek!
- Heb ik dat cadeautje van jou/jouw gekregen?
- Is dat boek van jou/jouw of van jou/jouw vader?
- Ik ga me/mij/mijn zo maar eens douchen!
- Dat is niet van jou/jouw!
- Hij heeft jou/jouw daar jou/jouw brommer zien stallen!
- Ik waarschuw jou/jouw niet nog een keer!
- U/Uw moet niet vergeten u/uw paraplu mee te nemen!
- Is die paraplu van jou/jouw of van zijn vader?
- Wil je me/mij/mijn boek aan me/mij/mijn geven?
De antwoorden vind je op https://2fnederlands.wordpress.com/2020/04/02/antwoorden-bij-de-oefening-jou-jouw-u-uw-me-mij-mijn/